Maandag 11 september is een stralende dag. In Breskens zijn veel Duitse militairen samengedromd, wachtend op de boot om naar Walcheren over te steken. Her en der zie je wel geallieerde jagers, die het op de schepen op de Westerschelde hebben gemunt. Zo rond half vier zien de Bressiaanders vanuit de richting Schoondijke 36 Britse bommenwerpers naderen. Een ooggetuige op een boerderij bij Schoondijke zal later vertellen, dat hij de bommenluiken hoorde openklikken. In Breskens kijken de inwoners belangstellend toe hoe de vliegtuigen naderen, in de veronderstelling dat ze door vliegen naar Vlissingen en daar pas hun bommen laten vallen. De dorpelingen vergissen zich. De vliegtuigen van No. 2 Group RAF hebben de haven van Breskens als doel. Kort nadat de eerste 36 bommenwerpers hun vernietigende lading hebben laten vallen, verschijnt er een tweede groep van 36 vliegtuigen. De Bressiaanders hebben nauwelijks tijd om dekking te zoeken. De haveninstallaties worden geraakt, maar de burgerwoningen in het dorp krijgen ook de volle laag.
Schuilkelder
,,Het is een vreselijke aanblik als we uit de schuilkelder komen. Alles is vernield!’’, schrijft een inwoner in zijn dagboek. De balans stemt triest: 199 dorpelingen komen om, vele burgers raken al dan niet ernstig gewond. En: 537 panden worden volkomen verwoest, 151 zwaar beschadigd. Van der Ham stelt in zijn Zeeland 40-45: ,,Breskens was een dorp met 3300 inwoners. In verhouding werd daarom Breskens het zwaarst getroffen (van Nederland).’’ Bovendien komen er 80 tot 100 Duitse militairen om, en raken er circa 400 gewond. Uit naburige plaatsen als Sluis en Aardenburg komen ’s avonds nog brandweerauto’s. Ze rijden in het donker zonder verlichting – met het oog op jachtvliegtuigen – over wegen vol gaten en kuilen, die bovendien volgestroomd zijn met vluchtelingen. Als ze in Breskens arriveren, blijkt de brand groot en onblusbaar, en keren de vrijwillige brandweerlieden onverrichterzake terug. Geallieerde bommen treffen sommige haveninstallaties. Maar lang niet alle. Om tien voor half 4 ’s nachts worden er weer militairen overgezet. Weliswaar zo’n 40 procent minder dan vóór het bombardement, maar voor de overlevende Bressiaanders is dat extra zuur.
Uit het dagboek van een onbekende auteur uit Vlissingen, 11 september 1944:
‘Ongeveer 10 jagers wierpen bommen bij schepen op de Schelde, 1 jager neergeschoten; 42 bommenwerpers deden aanval op breskens. Even later bombardeerden jagers bootjes op de Schelde, waarvan 1 in brand.’
‘Je keek achter je, je zag de bom en je ging liggen’
Mijnheer Van Oosterbrugge woonde destijds in Breskens en kan zich de bombardementen nog goed herinneren.
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/168279646″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]