De geallieerden hebben het verhinderen van de terugtocht van het Duitse 15e leger nu prioriteit gegeven. In de periode 11 tot en met 15 september vallen 246 bommenwerpers de diverse haveninstallaties aan. Met dramatische gevolgen in Breskens. Er wordt in die dagen 225 ton aan bommen uitgeworpen. De cijfers variëren, maar betrouwbare bronnen melden dat er 29 schepen tot zinken worden gebracht, en dat Duits afweergeschut veertig geallieerde vliegtuigen neerhaalt. Het overzetten van het Duitse leger is sinds 10 september systematisch in volle gang gezet. Ondanks geallieerde aanvallen vordert die operatie gestaag.
Jachtvliegtuigen
De Sloedam wordt op 12 en 13 september zwaar beschadigd door geallieerde bommen. Het treinverkeer is volledig gestremd. Ook de Kreekrakdam ligt zwaar onder vuur. Terugtrekkende troepen op Walcheren en Zuid-Beveland zijn steeds doelwit van jachtvliegtuigen.
Van der Ham schrijft in Zeeland 40-45 dat adjunct-marineattaché Moolenburgh aan de Nederlandse regering in ballingschap meldt, dat op 12, 13 en 16 september op de Sloe- en de Kreekrakdam en de Zeeuwse verkeersweg door 175 vliegtuigen 226 ton bommen is gegooid. Zuid-Beveland raakt niet alleen de wegverbindingen kwijt: elektriciteitskabels en waterleiding zijn kapot. In Goes worden distributiemaatregelen voorbereidt.
Ondertussen rukken de Canadezen op door Vlaanderen. Op de 12e Canadian Armoured Division het Leopoldkanaal net ten zuiden van Eede. De Duitse strijdkrachten, die bij het dubbele kanaal aanwezig zijn, blazen ’s middags een brug bij Strobrugge op en graven zich in op de noordoever. In de loop van de avond beginnen de Canadezen met het beschieten van de Duitse stellingen. Daarbij wordt meteen de kerktoren van Eede geraakt. Die was in 1940 al vernield, en nu is de nieuwe toren aan de beurt.
Uit het dagboek van G. de Vries-Balhuizen uit Schoondijke, 12 september 1944:
‘In de vaste overtuiging dat onze bondgenooten binnen enkele dagen ons komen bevrijden (ze zijn immers al in Brugge, 30 km. Hier vandaan) besluiten we om een plaatsje te zoeken op een van de boerderijen. Het allernoodigste hebben we meegenomen, maar daar we verwachten na enkele dagen terug te zijn, laten we zooveel mogelijk thuis. ’t Is hier vredig en rustig, het is niet te begrijpen dat het ’t zelfde stukje Zeeuwsch-Vlaanderen is. Wij gaan een familie uit Breskend bezoeken, welke onderdak heeft gevonden op een naburige hoeve. Hier hooren we hoe verschrikkelijk de uitwerking was van het bombardement. Heele gezinnen zijn weggemaaid. Op de terugweg moeten we schuilen in een wagenschuur, want de vliegtuigen rikketikken weer en het afweergeschut is ijverig bezig.’
‘We waren ineens sociaal heel zwak’
De Sloedam was in 1944 de enige landverbinding tussen Zuid-Beveland en Walcheren. Het was dus een belangrijk knooppunt in de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden wilden de overtocht moeilijker maken voor terugtrekkende Duitsers en besloten de Sloedam te bombarderen. De vader van Jan Grim werkte aan het spoor bij de Sloedam. Hij overleefde het bombardement niet….
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/168279620″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]