Zeeland voelt op deze dag bijna als frontlinie. Hoewel de geallieerde strijdkrachten nog niet de grens zijn overgestoken, zijn de voorbodes niet mis te verstaan. Omdat de Sloedam en de Vlakebruggen en de Kreekrakdam zwaar onder vuur hebben gelegen, stagneert de afvoer van uit Zeeuws-Vlaanderen overgestoken Duitse militairen. Een dagboekschrijver in Middelburg noteert deze dag dat Walcheren ‘stikvol met gevluchte Duitsers’ zit. Snel herstel is voor de Duitsers noodzaak. Daarom hebben ze deze dagen in Middelburg mannen van de straat geplukt, die gedwongen worden mee te helpen aan het herstel van de Sloedam.
Massagraven
Ook in Sluis worden burgers gedwongen werk te verrichten: de burgemeester van Sluis krijgt deze 15e september de opdracht om op de begraafplaats twee massagraven voor zestig omgekomen Duitse soldaten te laten graven. Voor een gesneuvelde majoor wordt een apart graf gegraven. Waarschijnlijk zijn er elders ook gevallen Duitsers begraven, het totaal wordt op 120 bij het Leopoldkanaal gesneuvelde militairen geschat. Ook die dag worden inwoners van Aardenburg gevorderd om bij Heille en het Belgische Middelburg graven te delven voor omgekomen Duitse militairen.
Er is meer burgerleed. De inwoners van Sint Kruis krijgen te horen dat ze hun dorp moeten verlaten. Een dag later (16 september) moeten ook de bewoners van Eede, Heille en Middelburg (B) bertrekken. De meesten trekken naar Aardenburg, waar ze zo goed en zo kwaad mogelijk worden opgevangen. Een konvooi vluchtelingen wordt op weg naar Aardenburg door zeven jachtvliegtuigen aangevallen.
Uit een dagboek: ‘Ja hoe zal je beschrijven wat er dan in je omgaat. Geen dekking, op een open kar. De eerste impuls gevolgd. Ik roep naar de jongen die het paard voerde: Laat maar lopen, spring eraf. In een ogenblik korter dan ik het kan beschrijven, waren wij van de wagen af en aan de kant van de weg achter een boom. (…) Maar daar komen er weer al en het knettert nu van alle kanten. We zijn in doodsgevaar. Daar bemerk ik achter de heg een boerderij en in een ogenblik zijn we de dam over en dringen ons tegen de muur van een stalletje. Maar ook hier is er feitelijk geen dekking. (…) Daar zie ik tegenover ons onder een bakoven een kleine holte, een 70 cm breed, diep en hoog. Het hekje ervoor afrukken en ons bergen is het werk van een seconde. Daar voelden we ons tenminste een beetje gedekt’. (Gijs van der Ham, Zeeland 40-45, pag. 389).
Uit het dagboek van J.C.C. Henry uit Aardenburg, 15 september 1944:
‘Gisteren en vannacht zeer weinig geschoten. Om half 5 sprongen we uit bed, gewekt door het plotselinge, harde geschut, docht het duurde maar even. Jonge mannen worden meegenomen om te helpen stellingen te maken; nog meer telefoondraden worden aangelegd en plan om te vertrekken hebben ze dus niet. Wat moeten wij nu doen als straks de strijd ontbrandt; ik weet ‘t niet, ’t zal hevig worden. Zojuist rijdt er een tram voorbij, ingericht door ’t Rode Kruis. Ik zag drie ligplaatsen boven elkaar, belegd met stro. Ze verwachten dus nog wel wat gewonden. ’t Was geen opwekkend gezicht.’
Het beruchte wapen van de Duitsers
De V2 raket was een berucht wapen van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er werd ook een installatie bij Serooskerke gebouwd. De bommen waren bedoeld voor Engeland. Jos Jasperse zag het allemaal naar haar slaapkamer gebeuren en besloot er stiekem foto’s van te maken…..
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/169861431″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]