In Oost-Zeeuws-Vlaanderen worden de Poolse bevrijders opgehouden door het geïnundeerde gebied tussen Axel en Hulst. Ze slaan bruggen, Duitse stellingen en steden worden onder vuur genomen. Axel moet nog heel even wachten.
Ook in West-Zeeuws-Vlaanderen is weinig beweging te bespeuren. De Canadezen zitten nog achter het Leopoldkanaal, de Duitsers hebben zich ingegraven. Het Canadese Supreme Command vraagt bewoners inlichtingen te komen geven over de Duitse stellingen. Leden van de gevechtsgroepen van de Orde Dienst (OD), die in deze regio opereert onder de naam PAN (Partizanen Actie Nederland), ondernemen de eerste poging op maandag 18 september. Al gauw blijkt dat ze voor een onmogelijke opdracht staan: langs het kanaal is om de vijftig meter een Duits mitrailleurnest gesitueerd. Bovendien schieten de Canadezen vanaf de andere kant op alles wat beweegt. Twee dagen later (zie 20 september) maakt Bram van Sprundel een hachelijk avontuur mee.
Uit het dagboek van Pierre Kleijberg uit Vlissingen, 18 september 1944:
‘Vandaag triestig weer. Ook in Biggekerke is gebombardeerd. Voor dit plaatsje zeer zwaar. Het dorpje is grotendeels vernietigd en er zijn veel slachtoffers. Waarschijnlijk bedoeld voor de startplaats van de V1. Die is daar echter niet en bevindt zich volgens zeggen in Serooskerke. Er komen nu en dan nog steeds distancieringssbestanddelen van de overkant. Vanmorgen waren het heel veel paarden.’
Vliegtuig stort neer in Burgh-Haamstede
Er kwamen die dag een heleboel vliegtuigen voorbij op weg naar de slag bij Arnhem. Een aantal van die vliegtuigen had een lier aan de staart met daarachter een zweefvliegtuig. Bij een Amerikaans vliegtuig ging het fout. Het vliegtuig met motor stortte neer en het zweefvliegtuig landde in de sloot. Ina Giljam uit Haamstede zag het gebeuren.
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/169861375″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]