De Queens Own Rifles of Canada beginnen vandaag om 9.00 uur hun aanval op IJzendijke. De vorige dag hadden ze posities ingenomen ten oosten van het stadje, in de Groote Jonkvrouwpolder Benoorden, en hadden er zware artilleriebeschieting plaatsgevonden. Dinsdag 17 oktober trekken ze IJzendijke binnen.
De achtergebleven Duitse militairen geven zich niet zonder slag of stoot gewonnen: elke straat, elk huis moet worden veroverd, er vinden man-tegen-man gevechten met de bajonet plaats. In de namiddag hebben de Canadezen ongeveer de helft van de stad in bezit genomen: het deel ten oosten van de Koninginnestraat en de Markt is gezuiverd. Die middag beginnen de Duitsers vanuit het westen met artilleriebeschietingen op IJzendijke. De volgende dag, woensdag 18 oktober, nemen de Canadezen de rest van de stad in. Zij verliezen in deze strijd één van hun bevelhebbers, Luitenant-Kolonel Thomas Lewis, die op dinsdag 17 oktober bij de Passageule met auto en chauffeur in niemandsland terechtkomt. Hij wordt door mitrailleurvuur gedood, zijn chauffeur raakt gewond. IJzendijke komt zwaar gehavend uit de strijd. Met de slachtoffers van eerdere bombardementen meegerekend, vallen er tientallen doden te betreuren. Rond de tweehonderd gebouwen zijn vernield.
Op Walcheren stijgt het water nu snel. Rond Middelburg komen de Noordweg, Seisweg en Poelendaeleweg onder water te staan. Daarmee zijn alle wijken buiten de stadswallen vrijwel onbewoonbaar geworden. De Duitse bezetter beseft dat de inundatie van het eiland veel omvangrijker is dan werd verwacht. Seekommandant Aschmann laat deze dag weten: ,,Door de westerstorm maakt de overstroming aanzienlijke vorderingen. De voorspellingen van de zogenaamde deskundigen werden door de gebeurtenissen vrijwel geheel overtroffen. (…) Over het algemeen heeft het water ernstiger gevolgen dan was aangenomen’’ (citaat in Zeeland 40-45, Gijs van der Ham, pag. 451). In Grijpskerke worden Duitse militairen verrast, en moeten op de loop voor het water.
Vanuit geallieerd oogpunt is de dijkbreuk bij Westkapelle nog niet groot genoeg. Vandaag laten nog eens 47 Lancasters een lading bommen op de dijk vallen. Het oorspronkelijk geslagen gat bij Westkapelle wordt daardoor aanzienlijk vergroot, en er ontstaat een tweede gat in de dijk.
Verplaatsingen
Deze dagen wordt duidelijk dat de inundatie van het eiland Walcheren weldegelijk gevolgen heeft voor de Duitse bezetting. De kustbatterijen blijven droog. Maar dat was voorzien. Seekommandant Aschmann meldt vandaag, dat hij door de onderwaterzetting vanuit Vlissingen niet goed leiding kan geven aan de in de kuststrook gelegen marinebatterijen. Hij overweegt zijn post naar Domburg of Veere te verplaatsen.
Op dit moment is een belangrijk deel van de infanteriedivisie al naar Zuid-Beveland verhuisd. Van de elf ‘Heeresbatterien’, die op het platteland van Walcheren stonden opgesteld, zijn er zes naar Zuid-Beveland verplaatst, en twee naar Oostkapelle. Drie zijn er in Nieuwland terechtgekomen, vanwaar ze de Sloedam kunnen bestrijken. Ook het grootste deel van de 70ste divisie is naar Zuid-Beveland vertrokken. Een dreigende opmars van de Canadezen is een reden, maar het water op Walcheren speelt zeker ook een rol. Generaal Wilhelm Daser heeft zich ook op Zuid-Beveland gevestigd.
De Rheinflotille wordt in deze periode van Veere naar Hellevoetsluis verplaatst. Het moreel van de Duitse militairen – zo blijkt uit het Kriegstagebuch van de Rheinflotille – is slecht: velen proberen clandestien mee te varen naar Hellevoetsluis.
Beauftragte Münzer is met zijn staf naar Goes vertrokken, en vestigt zich in een huis aan de Kloetingseweg. Er vertrekt meer kader. De waarnemend burgemeester van Veere, Martien Beversluis, is op bevel van Münzer weggegaan
Groede
Met ingang van deze dinsdag komen er regelmatig granaten in Groede terecht. Dat is opmerkelijk, omdat het dorp als medisch centrum nog steeds de status van ‘open stad’ heeft en dus eigenlijk niet beschoten mag worden.
Uit het dagboek van J.P.M. Janssens uit Middelburg, 17 oktober 1944:
’s Middags Westkapelle gebombardeerd. Bij het vorige bombardement was de fundeering van de dijk niet geraakt en slibde het gat weer dicht. Papieren in de stad: ”Het water moet niet onderschat worden.” Een hevige storm steekt op tegen de avond en we horen, dat de benedenstad bedreigd wordt, de brandweer roept om. Alles is troosteloos en luguber. Duisternis – storm – water – kanongebulder – bombardementen. Er wordt steeds van Zeeuwsch-Vlaanderen naar Walcheren geschoten. Wij hooren het geschut van de overkant (Z.Vl.) Alles dreunt, alles rammelt. Er worden bidstonden gehouden (door de andersdenkenden). Het Lof (R.K.) avonddienst) is overvol ’s avonds. De kerk is te klein. Bericht uit Serooskerke, dat daar het grootste gedeelte van het dorp ook ondergeloopen is. Vele menschen met groote moeite gered, nog drie verdronken.
Bevrijding IJzendijke
Op 17 oktober 1944 werd IJzendijke bevrijd. Een deel van het dorp was kapot geschoten tijdens de gevechten. Veel inwoners zaten daarom in een schuilkelder toen ze bevrijd werden.
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/171922740″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]