De vlammen schoten kerktorenhoog

door | 20-10-1944 | Dagboek, Timeline, Video

De bevrijding van West-Zeeuws-Vlaanderen blijkt een helse klus. Polder na polder, dijk na dijk moet worden veroverd. De Canadezen kenschetsen het geteisterde land als volgt: ,,Een hels landschap van gevelde bomen, kraters, prikkeldraad, mijnen, met de Moffen langs elke dijk ingegraven en elke dijkvertakking levensgevaarlijk’’ (citaat Van der Ham, Zeeland 40-45, pag. 411). Vandaag gaan de aanvallen op Duitse stellingen voort.

Deze dag vindt op de boerderij van de familie De Dobbelaere aan de Isabellaweg bij IJzendijke een catastrofale ontploffing plaats. Waarschijnlijk gaat het om een ontploffing van een tank met nitroglycerine, een uiterst explosieve brandstof. Op het erf maakt een Britse eenheid zich gereed voor de aanval op Breskens. Een transportsectie komt de eenheid bevoorraden. De Britten beschikken over een apparaat – de Conger – waarmee mijnenvelden kunnen worden geruimd. Dat apparaat is voorzien van een met nitroglycerine gevulde slag, die een mijnenveld wordt ingeschoten en tot ontploffing wordt gebracht. Daardoor ontploffen de daar gelegde mijnen en ontstaat er een gegarandeerd mijnenvrije strook waarover kan worden opgerukt. Wat er op het erf van De Dobbelaere precies fout gaat, is niet bekend. Een vergissing bij het overladen, of misschien is één van de wagens op een mijn gereden. In elk geval is de explosie enorm, met 46 doden en 38 gewonden tot gevolg. Johan Steenkiste is dan 13 jaar, hij vertelde vijf jaar geleden in het PZC-boek De Slag om de Schelde: ,,Het was een inferno. De vlammen schoten kerktorenhoog en de dakpannen vlogen misschien wel een kilometer de lucht in. Aan het gebulder heb ik een gehoorbeschadiging overgehouden.’’

Zee

Vanaf de bolwerken van Middelburg is alleen water te zien. Bijna alle dorpen op het eiland zijn onder water gelopen, net als de buitenwijken van Middelburg en Vlissingen. Alleen rond Veere, Vrouwenpolder en Domburg zijn op tijd nooddijken aangelegd.

Waarnemend Commissaris Dieleman van de Provincie maakt gebruik van het vertrek van de Duitse autoriteiten. Zijn eigen kantoor aan De Sprenck staat in het water. Hij schrijft op 20 oktober: ,,Mijn plan is thans met de griffie naar den Dam te vertrekken.’’ Hij doelt daarmee op het door Beauftragte Münzer verlaten kantoor Dam 6-8. Verder schrijft hij: ,,Het is een vingerteeken: Zeeland’s bestuur in de diepste diepte. Maar onmiddellijk een Emergo, door de plaats in te nemen van het zich terugtrekkende Duitse gezag’’ (Van der Ham, pag. 457).

kaartje20oktober

bannerdagboek2

Uit het dagboek van A. Cornelis-Luteijn uit Nieuwvliet, 20 oktober 1944:

Wel veel schieten overdag, maar verder niets. ’s Nachts echter weer granaten op De Groe. Nu is het huis van de dominee getroffen, onder andere mevrouw Hoolhorst gedood. Bij Risseeuw een scherf door de deur en de vrouw gedood, nog drie andere dooden. In de kerk was het een paniek. Wij zijn ’s nachts ook naar de kelder gevlucht en daarna komen langs achter eenige menschen geloopen die zeggen dat het huis van A. Salomé ook kapot is. Ze roepen en schreeuwen om toch ook in de kelder te mogen, maar die is reeds meer dan vol. Het kan onmogelijk, dus moeten ze maar achter de oven veiligheid zoeken. Twee kleine kinderen worden er in gelaten. De bel die klingelt en aan de voordeur staan I.Z. Naaye en familie. Ze vragen ook onderdak omdat het huis van Brakman in de Achterstraat ook kapot is.

 ‘De gewonden lagen te kermen en om hulp te roepen’

Op 20 oktober was IJzendijke al bevrijd. In het gehucht Ponte Avancee buiten het dorp hadden Engelse militairen kwartier gemaakt op een boerderij. Er stonden enkele tanks met het explosieve nitroglycerine die ontploften. 41 militairen kwamen om het leven. Theo Steenkiste was boerenknecht en zag het gebeuren….

[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/174525171″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]