Het Sint Josephziekenhuis biedt dekking

door | 2-11-1944 | Dagboek, Timeline, Video

Vandaag, donderdag de 2e november, woedt de slag om Vlissingen voort. De geallieerde militairen zijn na de landing van gisteren opgerukt tot de Coosje Buskenstraat. De bewoners in het nog niet bevrijde deel van de stad krijgen in de nacht van 1 op 2 november hoe langer hoe meer met granaatbeschietingen te maken. Overigens ondanks het feit dat de Duitse verdedigers bijna allemaal bij de boulevards en niet in de woonwijken zitten. Vele bewoners zoeken een schuilplaats in het oude Sint Josephziekenhuis, dat pal tegen het Scheldeterrein aanligt. Burgers zoeken ook dekking in de kelder van het kantoorgebouw van De Schelde. Vanuit het ziekenhuis lukt het om via een telefoonlijn van de Luchtbeschermingsdienst contact te krijgen met de legerleiding van de geallieerden. Zo kan men afspreken dat het ziekenhuis gedurende een half uur niet zal worden beschoten. In dat halve uur slaagt men erin om circa vierhonderd mensen uit het ziekenhuis naar het bevrijde deel van de stad over te brengen. Een groot aantal van hen wordt in landingsboten naar Breskens gebracht.

Diezelfde nacht ondernemen de Duitsers een tegenaanval met vlammenwerpers op het Betje Wolffplein. Ze worden teruggeslagen. De ochtend van de 2e november rukken de Schotse troepen weer op richting de nieuwere wijken van de stad. Ze hebben vooral last van Duitse sluipschutters in de werfkranen. Die worden uitgeschakeld. Franse commando’s vallen de zwaarste bunker op de boulevard aan, bij de Coosje Buskenstraat. Die aanval wordt door de geallieerden operatie Dover genoemd. Typhoons ondersteunen de aanval. Murw van de niet aflatende beschietingen geven de Duitsers zich in de loop van de dag over.

Nu zijn er nog twee delen van de stad die moeten worden veroverd: het havengebied ten oosten van het Kanaal door Walcheren en de omgeving van het zwaar verdedigde hotel Britannia. Dat is een klus voor de volgende dag, 3 november. De haven wordt pas zelfs op 5 november veroverd.

Walcherse kust

Na de landing bij Westkapelle en het uitschakelen van de eerste drie Duitse kustbatterijen op 1 november, rukken de geallieerde troepen verder op langs de kustlijn. Rond 11.00 uur trekken mannen van No 48 Commando Zoutelande binnen. Daar geven honderdvijftig Duitsers zich over. Het dorp is zwaar beschadigd: een kwart van de 270 huizen staat in het water, van de overige was een derde volledig verwoest. No 47 Commando krijgt de taak om batterij Dishoek aan te vallen. Tegen het eind van de middag zijn ze tot Dishoek gevorderd, de tegenstand is marginaal. In de batterij bevinden zich echter Duitsers, die zich nog wel willen verdedigen en ook over voldoende munitie beschikken. Drie van de vier kanonnen zijn ondanks alle beschietingen en bombardementen nog actief. Geallieerde commando’s dringen de bunker binnen, er wordt zwaar gevochten, aan beide zijden vallen slachtoffers. Het lukt de geallieerden niet om de batterij deze dag nog in te nemen.

Richting Domburg wordt even pas op de plaats gemaakt. Het No 41 Commando is op de ochtend van de 2e november tot Domburg gevorderd, maar krijgt opdracht de troepen bij Zoutelande te gaan versterken. Pas op 4 november komen ze terug bij Domburg.

Sloedam

Ook deze dag lijkt de oversteek van de Sloedam voor de geallieerden een hopeloze zaak. Het is duidelijk dat succes alleen ten koste van veel mensenlevens kan worden behaald. De Schotse bevelhebber Hakewill Smith wil een alternatieve route zoeken. Na bestudering van luchtfoto’s komt hij met zijn staf tot de conclusie dat er bij Nieuwdorp een route door het Sloegebied te vinden moet zijn. In de nacht van 1 op 2 november verkennen twee mannen de route. Zij weten langs een smal pad Walcheren te bereiken. In de nacht van 2 op 3 november wordt het zesde bataljon (de Cameronians) langs dat pad gestuurd. In de loop van de 2e november zijn zoveel mogelijk mijnen op en langs het pad onschadelijk gemaakt. De route wordt met linten aangegeven. Rond half 5 in de vroege morgen bereiken de geallieerden de Walcherse dijk, waar ze de Duitse wachtpost overmeesteren. De geallieerden vormen een bruggenhoofd dat ze ondanks Duits vuur weten vast te houden.

Middelburg

Middelburg is als gevolg van de inundatie al wekenlang overbevolkt. Daar zijn de laatste dagen nog eens tweeduizend Duitse militairen bijgekomen, die zich vanaf Zuid-Beveland hebben teruggetrokken. Bevelhebber Daser heeft zijn hoofdkwartier op de Dam gevestigd, in de kantoren waar Beauftragte Münzer gevestigd was. Terwijl de gevechten aan de kust en in Vlissingen hoorbaar zijn, wordt Middelburg vanaf geallieerde schepen op de Westerschelde beschoten. De meelfabriek gaat in vlammen op, nadat een scheepje met munitie in het kanaal is ontploft. In de nacht van 2 op 3 november komt er elke twee minuten een granaat op de stad neer. Vandaag, 2 november, beginnen geallieerde jagers aanvallen op de stad uit te voeren. De OD-zender (het verzet) probeert de geallieerden duidelijk te maken dat de stad zwaar onder de beschietingen te lijden heeft. Waarnemend burgemeester Koene vraagt deze 2e november aan generaal Daser de stad met het oog op de overbevolking ‘vrij te geven’. Daser weigert. Hoewel duidelijk is dat meeste Duitse militairen geen zin meer hebben om te vechten. De OD bericht deze dag vanuit Middelburg, dat de Duitse generaal bereid is zich onder ‘niet al te zware voorwaarden’ over te geven: als de geallieerden met enkele tanks verschijnen, ‘dan is er aan de Duitsche eer voldaan’. Zijn mannen wachten op capitulatie.

Noord-Beveland

Noord-Beveland wordt vandaag helemaal bevrijd. Kamperland wordt met mortieren bestookt, twee colonnes van Canadeze voertuigen rukken op naar het dorp. Als ze in de loop van de ochtend Kamperland binnenrijden, geven een paar honderd Duitsers zich over. Colijnsplaat wordt rond dezelfde tijd bevrijd. De geallieerden berichten: ,,Deze geheel vrijwillige en succesrijke actie resulteerde in de gevangenneming van meer dan 400 krijgsgevangenen en in de vrijwel geweldloze bevrijding van Noord-Beveland. Nu Walcheren nog’’ (citaat bij Van der Ham, Zeeland 40-45, pag. 434).

kaartje2november

bannerdagboek2

Uit het dagboek van J.P.M. Janssens (Middelburg), 2 november 1944:

Westkappelle bevrijd. Evenzoo Domburg. Vlissingen, waar hevige straatgevechten zijn, is, op noordelijk gedeelte na, bevrijd.
Er wordt veel geschoten op jagers. Een gashouder wordt geraakt. Het verhaal doet de ronde, er zou niet meer op Middelburg geschoten worden. Er wordt onderhandeld en het wachten is op de geallieerde generaal. Van Duitsche zijde beweerd men Middelburg is open stad verklaard. Hoe dan ook, geen schot wordt gehoord. Het is een complete weldaad en we hebben er een gezellig tafel halfuurtje door.
Er worden gewonden uit Nieuwland binnengebracht. Daar wordt fel gevochten bij Nieuwland en Arnemuiden. Arnemuiden was nog wel tot Roode Kruisdorp gemaakt, doch onze “vrinden” hadden hun kanonnen bij de lazaretten opgesteld, de geallieerden konden er geen rekening mee houden.

‘Jullie zijn bevrijd, wij zijn Engelsen’

Nadat Zoutelande bevrijd was trokken de geallieerden door richting Dishoek. Er werd in de buurt van Valkenisse en het lukt niet om het gebied in een dag te bevrijden. Dat lukt een dag later,  op 3 november wel. Bram Lampert woonde op een boerderij in de buurt van Valkenisse en zag het allemaal gebeuren….

[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/174525614″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]