Op de eerste dag dat geallieerde vliegtuigen de Duitse stellingen langs de Walcherse kust massaal onder vuur nemen, treffen die bij vergissing ook Biggekerke. De hele dorpskern spat uiteen. Twee weken later, vanaf 3 oktober 1944, gooien ze de zeedijken kapot, op vier plaatsen, te beginnen bij Westkapelle. Dat hele dorp is daarbij verwoest. Zowat heel Walcheren wordt één grote binnenzee.

door Henk Postma

Nauwelijks hebben ze in Biggekerke hun 45 doden begraven, omgekomen bij een onverwacht geallieerd bombardement, of een nieuwe ramp dient zich aan: op vier plaatsen gooiden bommenwerpers uit Engeland de zeedijken kapot. De plattelandsbevolking vlucht massaal naar de hoger gelegen plekken rond de dorpskerken, eerst nog met de paarden zwemmend voor de wagens, later met bootjes en vlotten, laverend tussen de mijnenvelden. Wie in plaatsen als Domburg terechtkomt, opeengepakt bij familie-, vrienden of onbekenden, moet in de weken daarna opnieuw op de vlucht, doden en gewonden in de vuurlinies achterlatend.

In Biggekerke drong het zeewater tot aan het Kerkplein binnen, de kraters van de bominslagen aan het oog onttrekkend. Piet Lampert, nu 82 jaar oud, behoorde als twaalfjarig jongetje tot de gelukkigen die het minst onder de ellende leden. Al moest ook hij met familie en vee tot drie keer toe op de vlucht. Eerst op 2 oktober, toen pamfletten neerdaalden die de bevolking waarschuwden voor zware bombardementen op de kust en de Duitse stellingen.

,,We woonden op een boerderij buiten Biggekerke, aan de Zandweg bij Groot-Valkenisse, vlak achter de duinen. Twee weken eerder, toen Biggekerke bij vergissing werd gebombardeerd, zaten we daar met tien mensen in de kelder: „Met m’n opa, oma, moeder en jongere broer, met de meid, de knecht en twee buurmeisjes. Het was alsof de wereld verging. De een huilde, de andere bad en weer een ander gilde. Dat we gespaard bleven, was een wonder. Op enkele tientallen meters rond ons huis bleken dertien bommen ontploft. Als mollen kropen we uit de kelder. Alle dakpannen eraf, geen raam meer heel, en de hele boerderij onder het slik. Onze twee varkens lagen dood in het veld, bezweken door de luchtdruk.”

Op die zonnige zondagavond vonden hele families, schuilend in hun kelders, in één klap de dood. ,,Eén van onze werknemers verloor zijn vrouw en drie kinderen. Niet lang daarna overleed hij van kommer en kwel.” 51 mensen verloren het leven, onder wie ook zes Duitsers. ,,Omdat de geallieerden dachten dat er Duits geschut stond, terwijl dat al lang was vervangen door een nepkanon: boomstammen met een camouflagenet erover. Als jongens speelden we daar gewoon op.”

Zo’n hel wilden de Lamperts niet nog een keer meemaken. Dus toen op 2 oktober die waarschuwende pamfletten neerdwarrelden, vertrokken ze hals over kop naar Krommenhoek, even voorbij Biggekerke. Daar konden ze, met hun acht koeien, twee schapen, drie paarden en nogal wat jongvee terecht op de boerderij van oom en tante. Lampert herinnert zich niet iets te hebben gezien van het bombardement, een dag later, op de zeedijk van Westkapelle, waarbij dat hele dorp werd verwoest en 157 doden vielen. ,,Wel dat we elke morgen naar de watergang liepen om te kijken of het water al hoger kwam. Maar dat gebeurde pas na 7 oktober, toen we zagen dat ze bij Vlissingen de Nolledijk bombardeerden. Toen ging het ineens heel hard. voor je het wist, stond het vee al in het water. We zijn toen terug gevlucht naar onze boerderij bij Valkenisse. Oom en tante gingen ook mee, ook met hun vee. We moesten een flinke omweg maken. Want op de weg naar Groot-Valkenisse – die heette toen nog de Zandweg – stond al zo veel water dat je de bomkraters niet meer kon zien. Baggerend door het ijskoude water probeerden we de beesten bij elkaar te houden. ’t Was zwaar. M’n neefje viel erbij flauw, helemaal onderkoeld.”

Op de eigen boerderij waren ze al evenmin veilig. ,,Het water bleef stijgen. Koeien melken ging niet meer. Als jongens moesten we proberen de emmers recht te houden, anders dreven die weg. De melk gaven we terug aan de koeien. Waar moest je er anders mee heen? Bovendien, al het water was zout.” Al snel zochten ze hun toevlucht in een boswachtershuisje, wat verderop tegen het duin. ,,Ook daar hadden we geluk. Bij de landing van de geallieerden, op 1 november, kon vanwege de mist niet worden gebombardeerd. De eerste Engelse commando die bij ons binnen kwam, liet een stafkaart zien. Bleek ons boswachtershuisje er op te staan. Als doelwit in vijandelijk gebied.”

 

Bij vloed de trap op, bij eb weer naar beneden

Kinderen uit de groepen zeven en acht van basisschool De Schute wijdden elk elf woorden aan de rampzalige gebeurtenissen in en om Biggekerke, die vooraf gingen aan de bevrijding. Zoals Sanne Koopman. Ze schreef:

Bommen
dijken kapot
er kwam water
ze gaven zich over
Vrijheid

De kinderen droegen hun ‘elfjes’ de afgelopen maand voor tijdens de jaarlijkse herdenking van de 46 doden die in Biggekerke te betreuren waren in de laatste weken van de oorlog. ,,Biggekerke is geruïneerd”, schreef Shelly-Ann Costes, na de les waarin een inwoonster de scholieren vertelde hoe ze als vijfjarig meisje in Biggekerke de laatste oorlogsweken had beleefd. ,,Bij vloed moest ze de trap op naar boven. Bij eb kon ze weer naar beneden.” Guus Vader was vooral onder de indruk van de film die op school was vertoond over de invasie, onder hevig vuur, van de bevrijders op de kust bij Westkapelle. ,,Ze landden met veel Engelse schepen”, schreef hij in z’n gedicht. veel indruk op hem maakten ook de beelden van Duitse soldaten die zich overgaven, met de handen omhoog. De kinderen van 1944 beleefden die laatste oorlogsweken niet alleen als een verschrikking. ,,Je kon toen ook spelen op een vlot. En de soldaten trakteerden je op chocola.”, lacht de schooljeugd in Biggekerke.

Juf Nel Brasser tenslotte vraagt ook aandacht voor de elfjes van de andere kinderen, zoals Irina van de Guchte, Nina Dingemanse en Sven Remery. Uit die gedichtjes kan een verhaaltje worden samengesteld dat de saamhorigheid onderstreept van de mensen die de oorlog overleefden:

Vliegtuigen en bommen

mensen zijn overleden
veel huizen zijn kapot
een vreselijke ramp
Stilte
samen moeten we verder
Toekomst