Vandaag besluiten de geallieerden de aanval op de Sloedam te openen. Het idee is dat de toegang tot Walcheren snel kan worden geforceerd. De vijfde Canadese infanteriebrigade krijgt opdracht de dam over te steken. Dat is werk voor de infanteristen. Door de vele bomkraters en door Duitsers gegraven greppels is de dam voor tanks onbegaanbaar. Aanvankelijk proberen de Calgary Haighlanders met stormboten ten noorden van de dam naar Walcheren over te steken. Dat mislukt. In de loop van de middag blijkt dat ,,de kreken niet voldoende water bevatten om helemaal naar de overkant te zwemmen en (dat) er te veel modder was voor wielen en rupsbanden” (citaat bij Van der Ham, Zeeland 40-45, pag. 482).
Uit het dagboek van A. Janse uit Zoutelande, 31 oktober 1944:
We zagen met angst en beven het daglicht komen. Het was haast een opluchting dat het betrokken en mistig was. Het bleef die dag dan ook zeer rustig. Aan de andere kant vonden we dat ook weer jammer, want zo kwamen we er nooit. Zo kon het blijven duren en we wisten dat Walcheren aan de beurt was. De overkant moest nu al vrij zijn en er deden zelfs geruchten, de ronde over landingen op Zuid- Beveland. Landingen die vlot verliepen. Ik ben deze dinsdag nog weer naar huis geweest om van alles te halen wat we bij Francke nodig hadden. Slechts een enkele jager kwam af en toe over ons vlot. We haalden wat we de eerste tijd dachten nodig te hebben, want het ging zo goed bij Francke dat we besloten deze winter daar te blijven. We sliepen in de bedstee in de voorkamer, niet vermoedende zelfs dat na 2 dagen alles daar plat in puin zou liggen.
Op zoek naar een slaapplek
Mijnheer Geelhoed woonde tijdens de slag om de Sloedam op een boerderij in de buurt van Nieuwdorp. Zij kregen tijdens de gevechten bezoek van Canadese soldaten…..
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/174530494″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]