Woensdag 6 september 1944

Van het Nieuwsblad en Algemeen Advertentieblad voor West-Zeeuwsch-Vlaanderen wordt een speciaal bevrijdingsnummer gedrukt, gedateerd 6 september 1944. Het blad wordt niet verspreid. In het nummer staan lijsten met namen van NSB’ers, en namen van mensen die in een kwaad daglicht staan bij de Duitsers.

In Zaamslag staan tachtig Duitse auto’s, de militairen blijven. In West-Zeeuws-Vlaanderen worden Duitse militairen ingekwartierd in afwachting van hun overtocht. Op Zuid-Beveland betrekken Duitse militairen weer hun stellingen.

In Kloosterzande verschijnt er eerst een Duitse pantserwagen. De nieuwe burgemeester en zijn ambtenaren komen op tijd weg. Later op de dag, om 17 uur, arriveren er twee Duitse autobussen en drie pantserwagens om de Duitse militairen op te halen, die in de lagere school gevangen waren gezet. In Hulst worden er ook Duitse militairen bevrijd.

Verzetslieden

Noord-Beveland: twee Duitse patrouilles bezoeken het eiland, via Veere en Wolphaartsdijk, op zoek naar verzetslieden die een dag eerder Duitse militairen gevangen hadden gehouden. Ze slaan kwartier op in café Wielerrust in Wissenkerke, er worden willekeurig mannen verhoord. De leiders van het verzet zijn ondergedoken. Een boer, A. Dieleman (37) bekent betrokkenheid bij het verzet. Op 9 september wordt hij ter dood veroordeeld, op 11 september geëxecuteerd in de duinen bij Klein-Vlakenisse.

In Middelburg worden om 11.30 uur vijf mannen opgepakt in verband met de sabotagedaad op de Poelendaeleweg, een dag eerder. Onder hen is Willem Niesthoven, één van de twee daders. Hij komt voor het ‘Standgericht’ en wordt op 11 september bij Klein-Valkenisse gefusilleerd.

 Dagboekfragment 6 september 1944

In het Bevrijdingsmuseum Zeeland ligt een aantal dagboeken ter inzage. Elke dag publiceren wij een passage uit een van die dagboeken. Vandaag uit het dagboek van J.C.C. Henry (Aardenburg).

Onrustige nacht gehad; voortdurend kwamen er troepen met allerlei voertuigen, veel wagens met paarden en dat is zoo de hele nacht doorgegaan; er is wat van hier gebleven, maar het meeste trekt naar Breskens in de hoop daar nog de Schelde over te koomen en zoo Duitschland te bereiken. Rond Aardenburg staat er nu overal afweergeschut, wat telkens, als er maar een vliegtuig in de lucht is, aan het schieten gaat. We moesten vanavond telkens uit de tuin vluchten.
De radiodistributie zendt geen Engelsche berichten meer uit, de ondergedoken menschen blijven weer binnen, steeds Duitschers in de straat. Niemand durft meer te fietsen, uit vrees dat zijn fiets zal worden afgepakt.