Vandaag beginnen de Duitsers met het onder water zetten van de polders ter weerszijden van de Kreekrakdam: de Bathpolders, de Kreekrakpolder, de Völckerpolder, de Reigersbergsche-polder – in totaal 685 hectare. Op de dam en op de wegen in de directe omgeving worden tankhindernissen aangelegd en stellingen, van waaruit de geallieerde troepen kunnen worden beschoten. De Canadezen zitten op dit moment nog in Antwerpen.
In West-Zeeuws-Vlaanderen worden op grote schaal burgers ingezet bij de aanleg van Duitse verdedigingswerken. Vele burgers duiken onder. In Oostburg verdwijnt op maandag 25 september onder aanvoering van verzetsman J.A. van de Sande het complete secretariepersoneel. Zo voorkomen ze dat er uitvoering moet worden gegeven aan de opdracht van de Feldgendarmerie om vijftig inwoners aan te wijzen voor de aanleg van loopgraven. Van de Sande neemt het complete bevolkingsregister mee en begraaft het.
Uit het dagboek van Wim de Hollander uit Middelburg, 25 september 1944:
‘Slecht weer. Regen en wind. Zware bewolking. Af en toe schieten op een overtrekker (vliegtuig). Verder niets gebeurd. Wig in de Engelsche linies geslagen ten zuiden van Nijmegen. Post uit Holland aangekomen. Niets voor ons bij. Rustige nacht.’
Mijnen in de monding
De dreiging van de geallieerden wordt eind september 1944 steeds groter voor de Duitse bezetters. Ze besluiten daarom mijnen te gaan leggen in de mondingen van wateren langs de noordzee. Die mijnen werden opgeslagen in een bijzonder gebouw in Veere. Cor Heijkoop bij dit gebouw…
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/169866434″ params=”color=ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false” width=”100%” height=”166″ iframe=”true” /]